Ergens volgend in 2018 besluit de rijksoverheid of het gebruikelijk wordt om de broncode vrij te geven van softwaretoepassingen die zijn geschreven voor en door de overheid. “De nieuwe regering komt in 2018 met een beleidsvisie”, meldt het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK). In oktober 2017 ondertekende Nederland ‘de Tallinn eOverheid’ verklaring, die overheden aanmoedigt om hun software vrij te geven en zo hergebruik te stimuleren.

Met hun handtekeningen onder de ‘Tallinn eOverheid verklaring’ beloven alle 28 EU-lidstaten samen met Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland om meer gebruik te maken van open source en open standaarden. Naast deze belofte bevat de verklaring nog ook een impliciete voorkeur, met de verwijzing naar een advies van de Europese Commissie over interoperabiliteit. Eén van de adviezen uit dit European Interoperability Framework (EIF) is om meer gebruik te gaan maken van open source en actief bij te dragen aan de ontwikkeling hiervan. Het hoofddoel is hier, opnieuw, hergebruik.

BZK waarschuwt voor al te hoge verwachtingen. “De Tallinn verklaring propageert open source, maar het schept geen harde verplichting,” laat een woordvoerder weten. Er is echter een tweede voorteken, eveneens positief. BZK publiceerde in oktober 2017 ook een adviesrapport over het vrijgeven van overheidscode. Disclaimer: de auteur van dit artikel was betrokken bij één van de bijeenkomsten voor dit rapport, geschreven door IT-adviesbureau Gartner. Gartner concludeert dat het vrijgeven van broncode maatschappelijke én economische voordelen biedt: “Het maakt de overheid transparanter, verlaagt de kosten en het stimuleert de economie.”

 

Hindernisbaan

De onderzoekers adviseren de overheid daardoor om de grootste hindernis weg te nemen: de wet Markt en Overheid. Volgens overheidsjuristen verplicht deze wet nu om alle kosten door te berekenen, zowel voor ontwikkeling als voor publicatie. De wet -gedragsregels om concurrentie door overheden tegen te gaan- laat uitzonderingen toe, maar dit werpt wel weer een andere drempel op. Overheden moeten dan eerst onderzoeken of de uitzondering van toepassing is.

Gartner raadt BZK aan deze juridische obstakels op te ruimen. In de wet zou broncode bijvoorbeeld dezelfde vrijstelling zou kunnen verkrijgen als data. Vervolgens zou BZK het delen van broncode moeten aanmoedigen, vervolgt Gartner, net zoals de Europese Commissie en verschillende andere EU-lidstaten dat doen. Denk onder andere aan prijzen voor de beste overheidsprojecten, het financieren van het vrijgeven van code en het aanmoedigen van hergebruik. Terwijl deze obstakels er nu nog zijn, kan de overheid wel alvast beginnen met het delen van broncode binnen de overheid, zegt Gartner. Dat laat overheidsinstellingen ervaring opdoen en toont de voordelen aan.

Echte duidelijkheid komt dus pas ergens in 2018 door middel van de beleidsvisie, een taak voor ‘s lands nieuwe staatssecretaris, genaamd Raymond Knops (CDA). Maar wellicht komt de duidelijkheid wel iets eerder. Er ligt immers al een voorstel voor aanscherping van de uitzonderingen en tot eind oktober 2017 konden belangstellenden hun commentaar indienen. Eén voorstander van open source greep deze kans: de stichting NLnet, dat Internet-onderzoeksprojecten financiert. Michiel Leenaars, de directeur strategie, verzoekt in zijn brief om een ‘categorische uitzondering’ die het overheden toelaat hun software te publiceren met een open source licentie.

 

Bruikbare software

En dan is er nog één signaal: de software voor de Basisregistratie Personen (BRP). De BRP-software had de opvolger moeten worden van die van de Gemeentelijke Basis Administratie. Aan de BRP-software is sinds 2010 gewerkt. Het kostte de overheid al vele tientallen miljoenen, maar leverde geen bruikbare software-oplossing op. Eerder dit jaar trok de overheid de stekker uit het project. 

In september 2017 beloofde demissionair minister van BZK, Ronald Plasterk, in zijn laatste brief aan de Tweede Kamer dat het ministerie de software voor de Basisregistratie Personen gaat vrijgeven. “De meest actuele versies van de ontwikkelde programmatuur voor de operatie BRP en bijbehorende documentatie zullen actief openbaar worden gemaakt,” schrijft Plasterk. Aan het ministerie de keuze: voor zichzelf een uitzondering bedenken en zo ruimte scheppen voor andere overheden of de hindernissen opruimen.