De laatste jaren is er op de beurzen een race om de snelste te zijn aan de gang. Zogenoemde hogesnelheidstraders draaien geavanceerde computerprogramma’s die supersnel op de beurs handelen om zo munt te slaan uit minieme inefficiënties in de markt. Omdat elke milliseconde telt, hebben al die hogesnelheidstraders hun computers zo dicht mogelijk bij de bekendste beurshuizen geplaatst. Zo heeft de New York Stock Exchange voor hen een volledig gevulde computerzaal van drie voetbalvelden groot. Om te voorkomen dat er gevochten werd om de beste plaats in de computerzaal, zijn de netwerkkabels zelfs allemaal exact even lang. 

De New Yorkse afdeling van de Royal Bank of Canada doet echter niet mee aan die wedloop, maar ziet juist heil in slow trading. De Canadezen vertragen de beursorders van hun klanten. De eenvoudige motivatie daarachter: ze willen die klanten beschermen tegen de jachtige handel op de beurs. Die tegendraadse aanpak loont blijkbaar: RBC klom in drie jaar tijd van de achttiende naar de negende plaats op de lijst van populairste beursbrokers op Wall Street. Of is het gewoon een marketingstunt omdat hun computers te traag zijn en ze van de nood een deugd willen maken?