Waarom worden stemcomputers toch steeds weer voorgesteld door de politiek, terwijl de machines veel te duur zijn en democratisch niet verantwoord? Een snelle verkiezingsuitslag is blijkbaar belangrijker dan een correcte.

 

Enkele jaren geleden was ik blij toen ik hoorde dat Nederland het experiment met stemcomputers beëindigde. Eindelijk heeft de rede gezegevierd, dacht ik, al was daarvoor een vernietigende demonstratie door activist Rop Gonggrijp nodig. Politici zien een probleem immers altijd pas wanneer het te laat is. Gonggrijp reverseengineerde de stemcomputer van Nedap en toonde aan dat je binnen enkele minuten de ROM-chip kunt vervangen door je eigen software die de stemmen van de kiezers kan manipuleren.
Maar niet alleen was het apparaat helemaal niet beveiligd, er was ook op geen enkele manier een verificatieproces voorzien: de kiezer ontving van de stemcomputer helemaal geen bewijs van zijn stem. Bij vermoedens van manipulatie was er achteraf dus geen enkele manier om fraude te bewijzen!
Na het gelobby van Gonggrijps actiegroep ‘Wij vertrouwen stemcomputers niet’ kon de ministerraad in 2008 niet anders dan alle soorten stemcomputers uit de verkiezingen te weren en terug te keren naar potlood en stembiljet. De inspanningen van Gonggrijp en co leidden er zelfs toe dat het Grondwettelijk Hof van Duitsland het gebruik van stemcomputers ongrondwettelijk verklaarde. België daarentegen bleef stug doorgaan op het elektronische pad, zij het dat de oplossing die voor de verkiezingen van 2012 werd ontwikkeld, wel een stembewijs leverde waarmee de correctheid van de uitslag in theorie kon worden geverifieerd.
Ondanks de problemen kwam minister Plasterk van Binnenlandse Zaken begin dit jaar plotseling weer op de proppen met een voorstel om te onderzoeken of stemcomputers weer in Nederland kunnen worden geïntroduceerd. De minister heeft een commissie samengesteld om de risico’s van elektronisch stemmen in kaart te brengen en eisen aan elektronische stemcomputers op te stellen. Ook al zitten er in de commissie notoire tegenstanders van elektronisch stemmen, zoals Arjen Kamphuis, in alle interviews met Plasterk hoor ik aan zijn boodschap en zijn intonatie dat wat hem betreft de conclusie van die commissie al duidelijk is: anno 2013 is het ‘niet meer van deze tijd’ om met potlood en papier te stemmen, en de techniek heeft niet stilgestaan. Hij kan zijn ongeduld in de interviews duidelijk niet verbergen, maar geeft geen enkele zinnige reden waarom men amper vijf jaar na het fiasco met de Nedap-machines weer in hetzelfde wespennest wil stappen.
Plasterk doet niet anders dan het stemmen met potlood belachelijk te maken, wijst erop dat je tot diep in de nacht stemmen moet tellen en hertellen, en wil dat het tellen beter, efficiënter en ‘op een plezieriger manier’ kan. Maar waarom is dat alles een probleem? Ga je echt massa’s geld investeren in stemcomputers die je maar eenmaal in de paar jaar onder het stof vandaan haalt, alleen maar opdat de uitslag enkele uren sneller bekend is, en zodat er niemand wordt belast met dat ‘onplezierige’ werkje van het tellen? Zijn we dan als maatschappij zo decadent geworden dat we instant gratification en plezier belangrijker vinden dan de fundamenten van onze democratie? In België hadden uitgave zijn, en heeft als enige ‘argument’ dat potlood en papier gewoon niet van deze tijd zijn. En dat nog geen vijf jaar geleden brandhout werd gemaakt van de gebruikte stemcomputers, wuift Plasterk weg met het argument dat de techniek ondertussen is verbeterd en dat hij in zijn commissie wil laten onderzoeken hoe de privacy kan worden beschermd en het stemmen verifieerbaar wordt. Uiteraard kun je dat allemaal technisch in orde maken met complexe cryptografie die de juistheid van de uitgebrachte stemmen garandeert, digitale handtekeningen enzovoort. Maar dat is niet het punt: je kunt niet van elke burger verwachten dat hij hogere wiskunde heeft gestudeerd als hij de juistheid van zijn stem wil controleren. Stemcomputers zijn niet democratisch verantwoord, punt. Politici die vinden dat de burger die transparante verkiezingen eist, te veel zeurt, die zijn echt niet meer van deze tijd .