Ga je met Microsoft Windows aan de slag? Dan koop je op dit moment gewoon Windows 8. Koop je een nieuwe pc? Dan is de kans zeer groot dat deze geleverd wordt met Windows 8. Je hebt bijna niets te kiezen, behalve of je Windows 8 of Windows 8 Pro neemt. Organisaties kunnen bovendien nog kiezen voor Windows 8 Enterprise. Simpeler kan het bijna niet. Maar hoe zit het nu met Linux?

De keuze voor UNIX, Linux of BSD op je pc blijkt niet zo heel gemakkelijk te maken. In tegenstelling tot Microsoft Windows (met drie actuele producten om uit te kiezen), heb jij nu de keuze uit vele honderden besturingssysteemvarianten. Koop je een nieuwe pc, dan is het bijna onmogelijk deze zónder Windows te kopen of met Linux in plaats van Windows. Hardware met voorgeïnstalleerde Linux is nauwelijks te krijgen bij de grote fabrikanten als Dell of HP. We zullen dus zelf moeten kiezen.

En wat is nu Linux?

Maar wat betekent het nu als je zegt: ik draai Linux? Linux vormt de kernel – het hart – van het GPL open source besturingssysteem, dat zorgt voor de aansturing van hardware. GNU/Linux bestaat uit deze kernel, uitgebreid met de noodzakelijk GPL-tools en applicaties afkomstig van het GNU-project. We noemen deze GNU/Linux combinatie vandaag de dag Linux. Linux is eigenlijk ontstaan als gevolg van onvrede met de dure commerciële closed source UNIX-versies en slechts een beetje als reactie op Microsoft Windows.

Andere UNIX-afgeleiden (zoals GNU/Hurd en de BSD-familie) zijn dus formeel geen Linux, omdat ze geen Linux-kernel gebruiken. Ze zijn echter wel open source besturingssystemen en passen dus zeker in Linux Magazine, dat ook kijkt naar open source in het algemeen. Commerciële UNIX-versies (inclusief Mac OS X) en andere UNIX-afgeleiden (als Apple’s iOS) zijn niet gebaseerd op de Linux-kernel én bovendien slechts voor een kleine deel open source. Daarom hebben ze weinig relatie met Linux Magazine, anders dan dat ze in uit dezelfde beheerders- en gebruikersvijver vissen. Net als Windows trouwens…

Distro’s

De ene Linux is de andere niet. De openheid, flexibiliteit en modulariteit van de open source besturingssystemen en applicaties hebben ertoe bijgedragen, dat er honderden varianten van Linux zijn ontstaan. We noemen dit Linux-distributies, of kortweg distro’s. Dat maakt het voor beginners met Linux nogal lastig. Welke distro ga je kiezen, wat zijn de verschillen en overeenkomsten, wat zijn de voordelen en nadelen? Welke distro is de beste voor welk doel? Ook zijn er grote functionele verschillen tussen de distro’s, dus de kennis die je met de ene distro opbouwt, hoeft niet noodzakelijkerwijze bruikbaar te zijn voor een andere distro. En naast de honderden Linux-distro’s kun je nog kiezen voor één van de vier BSD-varianten en enkele daarvan afgeleide distro’s, GNU/Hurd of zelfs spinoffs van commerciële UNIX-versies, zoals OpenSolaris van Oracle. En dat allemaal zonder licentiekosten. Gratis dus!

Waaruit bestaat een Linux distro? Om te beginnen bevindt zich natuurlijk in het midden van de distro een Linux-kernel. Distro’s verschillen in de versie van de kernel en de snelheid waarmee ze nieuwe versies volgen. Daarnaast zijn de vele tools van GNU, de GNU-pakketten, toegevoegd aan de distro, maar elke distro maakt hierin keuzes uit de tools. Aan een distro worden vervolgens niet-GNU tools toegevoegd. In het bijzonder is nagenoeg altijd X11 toegevoegd, met één of meer window-managers en één of meer desktop-managers. Als een distro echter tot doel heeft als snelle server te functioneren in het netwerk, kunnen deze grafische componenten erin ontbreken. Verder kunnen er aan een distro stukjes niet-open source zijn toegevoegd. Sterker nog, ze hoeven niet eens als source te zijn toegevoegd, maar als binaire code. Daarbij kun je denken aan een stuurprogramma voor de ondersteuning van specifieke hardwarecomponenten. Deze bedrijfseigen en gesloten toevoegingen aan Linux worden binary blobs genoemd. Distro’s verschillen verder nog op het gebied van standaard bijgeleverde (open source en gratis closed source) applicaties. In tegenstelling tot Windows, kun je Linux ook draaien op diverse andere processoren dan alleen Intel. Zo heb je op de Raspberry Pi bijvoorbeeld een distro nodig, die de ARM-processor ondersteunt.

 

LTS-versies

 Er zijn Linux-distro’s die bijna wekelijks vernieuwd worden, waardoor het onmogelijk is oudere versies te blijven ondersteunen. Met andere woorden, op den duur moet je mee overstappen naar een actuelere versie. Voor thuis wellicht niet zo’n probleem, maar voor het bedrijfsleven wel. Speciaal daarvoor zijn er LTS-versies van distributies: long-term support versies, die bijvoorbeeld drie of vijf jaar ondersteund blijven door de samensteller/ontwikkelaar. Dat wil niet zeggen dat er geen patches komen als er een security-lek gevonden wordt, maar er worden geen uitbreidingen aan gedaan met als gevolg incompatibiliteit. LTS is zeer belangrijk voor bedrijven.

 

Windows XP is gelanceerd in oktober 2001. Pas dit jaar (na bijna 13 jaar!) loopt in april de ondersteuning af en nog mopperen bedrijven dat ze langere ondersteuning willen. Microsoft is bereid Windows XP na april te ondersteunen, maar dan moet je wel een duur onderhoudscontract afsluiten.

Linux Mint

Voor onze overstap workshop kiezen we voor een Ubunto-distro, die erg gewaardeerd wordt door veel gebruikers. Wij kiezen voor onze overstap van Windows naar Linux voor Mint, een van Ubuntu 13.10 afgeleide Linux-distro. Downloaden en installeren maar! Maar wacht even, waarom Mint? De distributie biedt een vriendelijke user interface (die best lijkt op die van Windows), is handig voor beginners op de desktop/laptop, niet al te zwaar en is al enkele jaren erg populair met veel hits op distrowatch. Distrowatch bevat een overzicht van en nieuws over alle Linux-distributies.  (http://distrowatch.com).

Religious wars

Gegarandeerd dat je binnenkort iemand spreekt, die het niet met je keuze voor Mint eens is. UNIX en Linux worden al sinds de tijd van System V en BSD geteisterd door religious wars en dat duurt tot de dag van vandaag. HP versus SUN, Windows versus Linux, Apple versus Microsoft, open source versus closed source, (voor de Linux-geek) vi versus emacs. Het zijn gevechten die niemand wint. Zo zijn er ook bij elke distro voor- en tegenstanders. Welke distro is de mooiste, de beste, de snelste, de minst zware, de meest geavanceerde, het meest gebruikersvriendelijk? En zo kunnen we nog wel even door gaan. Een simpele opmerking, dat Linux veel beter is dan Windows of andersom leidt al tot honderden reacties op een weblog of veroorzaakt een tweet-storm over stabiliteit, features, degelijkheid, beveiliging, vendor lock-in, de prijs en de kwaliteit. Veel reacties hebben te maken met emotie of gewoon smaak. Echter, de wereld is niet zwart/wit, maar grijs. Voor elke Linux-distro, Windows en Mac OS X is er een plek. Producten zijn niet superieur of slecht, ze zijn alleen anders.

*19) Dualboot – Een pc dusdanig configureren, dat deze vanaf de harde schijf twee besturingssystemen kan booten. Je installeert dan elk besturingssysteem op een afzonderlijke partitie en installeert een boot manager. De boot manager vraagt voorafgaand aan het booten welk van de geïnstalleerd besturingssystemen je wenst te starten.

 *20) Partitioneren – het onderverdelen van bijvoorbeeld een harde schijf in meerdere logische schijven, die elk functioneren als een afzonderlijke harde schijf en elk bijvoorbeeld een eigen besturingssysteem kunnen bevatten.

 *21) Hypervisor – een softwarelaag die de hardware van een computer verbergt en deze als virtuele hardware aanbiedt aan meerdere besturingssystemen tegelijkertijd. De onderliggende hardware wordt de host genoemd. Elk besturingssysteem dat in een dergelijke virtual machine draait, wordt guest genoemd.  De hypervisor heet ook wel de virtual machine manager (VM). VirtualBox is een type-2 hypervisor: deze draait als applicatie op een host besturingssysteem. Ter vergelijking: een type-1 hypervisor draait direct op de hardware van de host en er is geen host-besturingssysteem aanwezig.

*22) 32- en 64-bit – een 64-bit processor kan data verwerken in grotere aantallen. Het kan ook meer geheugen adresseren dan een 32-bit processor en is sneller. Er worden eigenlijk alleen nog maar 64-bit pc’s verkocht, dus een 64-bit versie van een besturingssysteem doet het dan prima. Een 64-bit processor kan ook een 32-bit versie van het besturingssysteem draaien.

 *23) ISO-image – Een één-op-één kopie van een dvd (of cd) als bestand. Dit ISO-bestand is weer op een dvd te branden, maar is ook als virtuele schijf aan te koppelen op een computer om de bestanden erop te benaderen. Een ISO-image kan een live-dvd bevatten, waarmee je kunt booten.

*23) Booten, rebooten – Booten is het inschakelen van een computer en het vervolgens laden en opstarten van het besturingssysteem. Rebooten is het netjes uitschakelen van een besturingssysteem en vervolgens opnieuw opstarten ervan.

*24) Live-dvd – Een dvd waarvan je de pc boot, waarna het besturingssysteem (meestal een open source besturingssysteem) draait vanaf de dvd en alleen in het werkgeheugen draait zonder de harde schijf te vervuilen.

We gaan virtueel

 We willen met Linux aan de slag, maar voorlopig zonder dat dit ingrijpt op onze computer. Windows vervangen door Linux, dat durven we nog niet aan, want er zijn nog enkele applicaties die alleen op Windows draaien. De PC dualboot(*19) maken is eveneens geen optie, want dan moet de harde schijf gepartitioneerd(*20) worden en dat grijpt ook te veel in op onze bestaande pc. Een tweede pc op ons bureau is ook niet wat we willen. Nee, wij gaan virtueel. We installeren hiervoor de gratis hypervisor(*21) Oracle VirtualBox. VirtualBox is in staat een virtuele pc te definiëren, die als applicatie te bedienen is op – in ons geval – Windows. We hoeven niets te veranderen aan onze Windows-omgeving. Dit heeft allerlei voordelen. Zo ervaart iedereen, die met ons mee doet in deze overstapserie, exact dezelfde hardware op de virtuele pc. We kunnen de exacte status van de virtuele pc vastleggen en later weer herstellen, dus experimenteren kan geen kwaad. Verder kunnen we een netwerk configureren tussen de Windows pc en de virtuele Linux pc. Als je even een andere distro wilt bekijken, installeer je deze er gewoon naast als een tweede virtuele pc. Het wijst zichzelf, we zullen dat ook doen. Met VirtualBox kan ook je collega, vrouw, buurman en zelfs je kind met Linux aan de slag, zonder de ‘normale’ pc kapot te maken. Zelfs op een bedrijfsnetwerk ben je in staat met VirtualBox Linux te experimenteren, zonder de door IT beheerde desktop van Windows te ontdoen. Hiervoor heb je wel Administrator-rechten nodig).

Ook bij bedrijven wordt gewerkt met hypervisors. VMware-, Microsoft- en Citrix-producten worden hiervoor op grote schaal ingezet. Dit zijn echter type-1 hypervisors(*21) met geavanceerde mogelijkheden voor beheer, beschikbaarheid en schaalbaarheid.

De eerste stap is het downloaden van het gratis Oracle VirtualBox (op dit moment is dat 4.3.6) voor Windowsvia www.virtualbox.org/wiki/Downloads. Voer de installatie van VirtualBox uit door het installatiepakket VirtualBox-4.3.6-91406-Win.exe te starten. Een wizard helpt je door de installatiestappen heen. Je hoeft niets te veranderen; gewoon drie keer op Next, een keer op Yes en daarna op Install klikken. Voorafgaand aan de daadwerkelijk installatie wordt je gewaarschuwd dat je netwerk even uit valt (omdat er speciale stuurprogramma’s geïnstalleerd worden, die een virtueel netwerk mogelijk maken tussen de Windows pc en de virtuele omgeving). Klik gewoon op Yes op door te gaan.


 

Verder zal Windows-beveiliging je vier keer waarschuwen, dat er stuurprogramma’s voor apparaten geïnstalleerd worden voor USB-poorten en het netwerk. Klik hier ook elke keer op Installeren (of Install als je met een Engelstalige Windows werkt), zoals je ziet in afbeelding 2.

 

 Klik op Finish, waarna als laatste stap van de installatie het automatisch VirtualBox wordt gestart. Standaard is hiervoor het vakje aangevinkt. Er is tevens een pictogram op je bureaublad en in het menu Start geplaatst op Windows. Wat er getoond wordt, heet de VirtualBox Manager. In deze applicatie maak je nieuwe virtuele pc’s aan, start je ze op en beheer je ze. Het is dus de beheerconsole voor alle virtuele pc’s ,die je gaat installeren.


  VirtualBox Manager

VirtualBox is ook te downloaden voor Linux, Solaris en Mac OS X. Je kunt dus zonder problemen Mint draaien als virtuele machine bovenop je Mac of bovenop een andere Linux-distributie. Er is nog geen BSD-versie van VirtualBox, maar BSD zelf is wel op een virtuele machine te draaien. Er zijn Linux-gebruikers, die het andersom doen dan wij. Ze installeren VirtualBox op de pc-hardware en draaien vervolgens Windows als virtuele omgeving in VirtualBox voor die paar applicaties waar geen alternatief voor is onder Linux.

Downloaden Mint

Voor onze overstap van Windows naar Linux kiezen we de distributie Mint 16. Op de downloadpagina .www.linuxmint.com/download.php vinden we een stuk of tien edities van Mint, voor 32-bit en 64-bit computers en met verschillende desktop-managers. Wij downloaden de 64-bit(*22) versie van Mint met de Cinnamon desktop-manager. Dit is een ISO-image(*23) van 1,2GB. Weet je niet zeker of je PC 64-bits ondersteunt, kies dan de 32-bit versie. Deze versie werkt op zowel 32-bit als 64-bit systemen. Bewaar het ISO-image bijvoorbeeld in de map Downloads op je pc. De actuele versie is Mint 16, die is voorzien van Cinnamon 2.0 shell, MDM 1.4 Desktop-manager, kernel versie 3.11 (dat is overigens niet de nieuwste) en applicatiepakketten gelijk aan Ubuntu 13.10. (Merk op dat er ook een Mint LTS-versie is, dat is versie 13.)

Booten

 We moeten eerst de virtuele hardware voor de Mint computer definiëren. Klik in VirtualBox Manager eerst op Nieuw om een nieuwe virtuele pc te maken. Geef de machine als naam Mint, kies in het eerste vervolgmenu Linux en in het tweede vervolgmenu Ubuntu (64-bit). Klik op Volgende om door te gaan. Bij alle andere vragen kies je het default antwoord. Er wordt dan 512MB RAM-geheugen toegekend aan je Mint-omgeving en na een klik op Aanmaken wordt er een nieuwe harde schijf geprepareerd. In het volgende dialoogvenster laat je het default bestandstype VDI (Virtual Box Image) aangevinkt en klik je op Volgende om door te gaan. Kies nu voor alweer de default keuze: Dynamisch gealloceerd en ga door met Volgende. Daarna kies je alweer de ingevulde aanbevolen waarde 8GB, de maximale grootte van de harde schijf. Er wordt op deze wijze niet meer ruimte op je Windows harde schijf gebruikt dan Mint daadwerkelijk nodig heeft. Klik op Aanmaken. In afbeelding 4 zie je in het linkerkader van VirtualBox Manager de nieuwe, maar nog uitgeschakelde PC met de naam Mint.

Je kunt de virtuele pc Mint selecteren en op de knop met de groene startpijl klikken. De pc zal dan worden ingeschakeld, maar kan niet booten omdat er nog geen besturingssysteem geïnstalleerd is. We gaan daarom het ISO-bestand (van de Mint-dvd) in de virtuele dvd-speler van VirtualBox stoppen. Je doet dit als volgt. Selecteer aan de linkerzijde in VirtualBox Manager de net gedefinieerde Mint en klik op Instellingen. In het venster Mint-instellingen kies je Opslag. Selecteer nu in de rechtervensterhelft bij de Controller: IDE de lege schijf (met de naam Leeg) en klik op het pictogram van de dvd helemaal aan de rechterzijde ervan. Kies in het menu dat verschijnt Kies een virtuele CD/DVD-schijfbestand... Blader vervolgens naar het ISO-image (waarschijnlijk in je Download-map op Windows) en selecteer dit. Klik op Open om dit ISO-bestand te gebruiken. Je ziet dan in afbeelding 5 dat de virtuele pc nu een dvd in de IDE-controller vindt. Klik op Ok om terug te gaan naar het hoofdscherm van VirtualBox Manager.

Klik vervolgens op Start en wacht ongeveer 30 seconden, totdat Mint geboot(*24) is. Je ziet nu een Mint-bureaublad met enkele pictogrammen erop en een startmenu linksonder. Merk op dat er waarschijnlijk ook enkele meldingen van VirtualBox op het scherm staan. Klik die vooralsnog weg.

Je hebt nu een virtuele pc draaien met Mint Linux, vanaf een live-dvd-image (*25). Dit wil zeggen dat Mint niet is geïnstalleerd in het harde schijf-image van VirtualBox, maar dat de bestanden worden geladen en gebruikt vanaf de dvd-image. Dit heeft wat beperkingen, maar is voor een eerste snelle kennismaking voldoende. Je kunt niks kapot maken, dus experimenteren maar!

 To conclude….

 In de eerste delen van deze overstapworkshop hebben we vooral gekeken naar de lange geschiedenis van UNIX, hoe Linux zich daarbinnen ontwikkeld heeft en dat ook DOS en Windows deel uit maken van deze historie. In deel 4 van de serie in Linux Magazine 2 van dit jaar, gaan we Mint installeren, finetunen en configureren voor een betere gebruikservaring. Verder gaan we werken met enkele applicaties en testen we de netwerkvoorzieningen. We onderzoeken tevens hoe we VirtualBox inzetten om handig kennis te maken met Linux. Wil je reageren op deze serie of heb je gewoon vragen? Mail marcel@linuxmag.nl