Als er één plek is waar Linux goed gedijt, is dat wel op de servers en in het bijzonder natuurlijk in de vele datacenters. Ook in kleinere omgevingen en zelfs thuis is een Linux-server soms handig. Maar wat is het verschil tussen een Linux-server en een Linux-desktop?

Auteur:  Marcel Beelen     |    Gepubliceerd in Linux Magazine 2, 2021

Hoewel Linux op de desktop of laptop nog steeds slecht een procent of 1 à 2 van de markt bezit, is dit aan de serverkant juist andersom. De meeste servers in datacenters van de groten der aarde maken gebruik van virtualisatie, containers en draaien Linux. Bovendien draaien al jaren alle supercomputers uit de top 500 Linux.

In 2021, 100% of the world’s top 500 supercomputers run on Linux. Out of the top 25 websites in the world, only 2 aren’t using Linux. 96.3% of the world’s top 1 million servers run on Linux. 90% of all cloud infrastructure operates on Linux
Bron: hostingtribunal.com/blog/linux-statistics/

Hoe de praktijk er daadwerkelijk in die datacenters uitziet, blijft voor ons buitenstaanders een puzzel. Datacentertechniek – hoewel gebaseerd op open source en Linux – blijft toch vaak te bestaan uit veel proprietary componenten en vormen een bedrijfsgeheim.

GUI vs headless

Het belangrijkste verschil tussen een desktop en een server is dat een desktop een grafische bediening heeft. Je bedient Linux met muis en toetsenbord en werkt met een beeldscherm. Een server daarentegen draait headless (of kan in elk geval headless worden gebruikt). Er is geen beeldscherm, muis en toetsenbord nodig. De hardware ondersteunt een remote IP-console (bijvoorbeeld Dell iDRAC of HP Lights-out console). De server heeft veelal redundante componenten, zoals een RAID-systeem voor de schijven, hot-swappable power supplies en schijven, speciaal ECC geheugen en meer die je in desktops en laptops nauwelijks ziet.

Drivers

Linux op de desktop is geoptimaliseerd voor het interactief werken. De GUI moet snel reageren, dus goede ondersteuning voor een grafische kaart is belangrijk, zeker als je wil gamen. Op de desktop of laptop verwacht je goede power management (je laptop moet netjes in stand-by gaan als je het scherm dichtklapt en werken wifi, Bluetooth-audio zoals je verwacht. Op de server is dit allemaal minder relevant. Op een server moet het netwerk geoptimaliseerd zijn en soms vereist dat extra drivers, heb je speciale drivers nodig van de hardwarefabrikant om de RAID-oplossing te ondersteunen en is bijvoorbeeld een agent app nodig. Deze extra software en drivers zijn weliswaar gratis maar closed source op je verder open source besturingssysteem. Bedrijven kiezen liefst een door de hardwarefabrikant gecertificeerd systeem om verzekerd te zijn van deze benodigde ondersteuning. In grote datacenter zijn servers rackmodellen, en van Google weten we dat ze zelf haar servers bouwt volgens interne specs.

Applicaties

Een server biedt services aan via het netwerk en draait typische server, cloud en datacenter software. Denk aan hypervisor tools en containertools als Docker, software voor web services, file services, printservices, een RDBMS enzovoort. Op de desktop of laptop luister je naar muziek, kijkt films, speelt games, programmeert, tikt documenten, gebruikt internet en je mailt. De laptop kan eigenlijk niet zonder WiFi en Bluetooth, de server wel. In de Admincorner (p. 45) van Filip lees je dat het slim is overbodige apps te verwijderen van de server.

Je laptop als server

Thuis, maar soms ook zeker in het mkb, schaf je geen serverhardware aan. Je draait je server gewoon op een desktop. Zelfs een laptop die al jaren als server draaide, heb ik wel eens meegemaakt en vandaag de dag zelfs Raspberry’s: in veel Linux Magazines zetten we de Pi in als server. Veel serverdiensten kosten nauwelijks performance en functioneren prima zolang je het aantal gelijktijdige gebruikers en parallelle services maar beperkt.