Afgelopen september 2017 besloot het World Wide Web Consortium (W3C) om EME, een digitaal restrictie managementtechniek, als nieuwe webstandaard vast te stellen. Dit gebeurde ondanks het feit dat ruim 30% van de deelnemers in het consortium erop tegen zijn. Een besluit dat vergaande consequenties heeft.

Je kunt uiteenlopende redenen hebben om voor open source te kiezen. Veel mensen kiezen voor open source vanuit de wens om volledige controle over de computer te hebben. Een open source besturingssysteem in combinatie met open source applicaties geeft je de meeste controle over de laptop, desktop of server. Het wereldwijde web krijgt een steeds belangrijkere rol in ons leven. Voor steeds meer aspecten van ons leven zijn wij afhankelijk van het web. Het is daarom essentieel dat de burger controle heeft over het functioneren van de browser.

Na een jarenlange strijd heeft het W3C heeft besloten dat DRM, digitaal restrictie management, een integraal onderdeel van de browser wordt, waarmee de controle over de browser verschuift van de burger naar grote wereldmachten, zoals de media-industrie. Het is een besluit waarvan de impact op lange termijn groot kan zijn, maar nu nog moeilijk is te overzien. Het DRM gaat afgedwongen worden met behulp van de Content Decryption Module (CDM) dat uitsluitend als closed source beschikbaar is. Deze module zal ongetwijfeld kunnen zien op welke hardware het draait en daardoor ook beperkende eisen aan die hardware kunnen stellen.

In de techniek is elke nieuwe ontwikkeling uiteindelijk weer een tussenschakel naar de volgende stap. We moeten daarom niet alleen kijken wat zo’n DRM-module nu betekent, maar ook tot welke doorontwikkelingen dat in de toekomst kan leiden. De geschiedenis herhaalt zich steeds. Wij hebben jarenlang met amechtige netbooks moeten werken, omdat de licentie-politiek van Microsoft dicteerde dat netbooks weinig geheugen en een beperkte processorcapaciteit moesten hebben. Straks gaat de media-industrie de eisen bepalen waar hardware aan moet voldoen, om een bepaalde film of videoclip te mogen zien. Een groot deel van de bevolking zal in de afweging tussen entertainment in huis halen versus verlies van controle het gevaar van het laatste niet zien of bagatelliseren en de opgelegde beperkingen slaafs volgen.

Het gevolg is dat Hollywood & co de baas over ons systeem wordt. In de wet is vastgelegd wat de wettelijke vrijheidsgraden van een houder van auteursrecht zijn, maar met de technische mogelijkheden van DRM is het eenvoudig om deze rechten een stuk ruimer te implementeren. Wij mogen dit niet proberen te omzeilen, dat verbiedt de Europese richtlijn 2001/29/EC. Het fijne van zo’n DRM-module is ook dat het ad-blockers volkomen buiten gevecht stelt en tracking-mogelijkheden biedt waar iedere marketeer natte dromen van krijgt.

Kort na de Tweede Wereldoorlog moest de filmindustrie in de V.S. verplicht hun bioscopen verkopen. Doordat de filmindustrie tevens eigenaar was van vele bioscopen, had deze -zelfs naar Amerikaanse maatstaven- teveel macht naar zich toe getrokken. Wanneer straks Netflix en andere mediagiganten de controle over onze browser in handen hebben, hoe verschillend is dat dan van die situatie destijds?

Het W3C koos voor DRM in de browser om daarmee de film- en muziekindustrie ter harte te zijn. Maar wie zegt dat het daarbij zal blijven? Wat nou als straks de uitgevers van journalistieke berichtgeving en allerlei andere belangrijke informatie deze weg gaan volgen? Dat de uitgever straks bepaalt wie, wanneer en waar welke informatie wanneer mag inzien? Kijk maar eens naar de ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk of in de V.S., waar gekleurde berichtgeving is gebruikt om de bevolking in de armen van een bepaald politiek kamp te drijven. Al met al vormt de adoptie van DRM in onze browser een beangstigende gedachte.