Omdat vliegen een gevoel van vrijheid geeft, vinden veel mensen het leuk en spannend. Het is daarom geen wonder dat vluchtsimulators al een tijd bestaan. In de open-source wereld is FlightGear wel de bekendste. Het is realistisch, zodat je echt het gevoel krijgt dat je een piloot bent. Je kiest een toestel en luchthaven, en vliegt zelf naar je bestemming.   

Het simuleren van een vlucht kost veel rekenkracht en geheugen. Gebruik daarom een moderne pc met minstens 4 GB geheugen, bij voorkeur meer, en een videokaart met 3D-hardwareversnelling. Tijdens de vlucht downloadt FlightGear terreindata. Zorg dat je hiervoor enkele 10 GB vrije schijfruimte hebt. Verder is een joystick handig, maar met de muis verloopt de besturing ook prima. Als je FlightGear in full-screenmodus gebruikt, is een dubbel scherm aan te raden. Op het tweede scherm plaats je dan de landkaart.

Launcher

FlightGear Launcher is een hulpprogramma om via een GUI instellingen voor de simulator aan te passen. Voor versie 2016.3 en eerder van FlightGear moet je daarvoor het extra pakket fgrun installeren. Na installatie vind je FlightGear Launcher als aparte optie in het startmenu van je desktop.

Nieuwere versies van FlightGear hebben een geïntegreerde Launcher. Bijkomend voordeel van deze Launcher is dat je andere toestellen kunt downloaden. Vreemd genoeg wordt op Fedora de geïntegreerde Launcher niet meteen via het desktopmenu opgestart. In geval van KDE pas je dit als volgt aan. Ga naar het menu Application -> Games en klik met de rechter muisknop op Flight Simulator. Kies in het contextmenu Edit Application en voeg in het tabblad Application de optie –launcher toe aan het commando fgfs-wrapper. Klik op OK en start FlightGear.

Nu verschijnt de geïntegreerde Launcher (zie afbeelding 1). Het standaard vliegveld is Bergen Airport in Noorwegen. Om te beginnen is dit geschikt, omdat het een rustig vliegveld is. Wil je toch liever het drukke Schiphol, ga dan naar het tabblad Location. Klik op Back linksboven in de kaart en geef in het zoekscherm EHAM op. Dat is de officiële code voor luchthaven Schiphol. Druk op Enter en selecteer in de resultaatlijst EHAM: Schiphol.

De ingebouwde webserver van FlightGear toont onder meer een duidelijke landkaart. Om de webinterface te activeren op bijvoorbeeld poort 8081 ga je naar Settingsen tik je beneden bij Additional options het volgende in:

–httpd=8081

Klik nu op Run rechtsonder. Na enige ogenblikken is FlightGear volledig opgestart en bevind je je in de cockpit van een Cessna 172P, een populair vliegtuig met één propeller (zie afbeelding 2). Om de landkaart van het vliegveld met omgeving in de browser te zien, ga je naar het menu Equipment en klik je op Map (opens in browser).

Omgeving

FlightGear gebruikt de datum en tijd van je computer. Als het buiten donker is, dan is het zeker voor een beginner niet makkelijk om op de instrumenten te vliegen. Ga in dat geval naar het menu Environment -> Time Settings en kies rechts de optie Noon. Zo heb je zeker voldoende licht.

Verder gebruikt FlightGear de actuele weersituatie. Een storm buiten bemoeilijkt het vliegen behoorlijk. Kies dan via Environment -> Weather bij Weather Conditions een rustig weertype, zoals Fair weather.

Bediening

FlightGear heeft drie gebruiksmodi. Je gebruikt nu de standaard modus, waarin je met de muis toegang tot de menu’s hebt en het instrumentenpaneel bedient. Druk op Tab om in stuurmodus te komen. Nu bedien je met de muis de stuurknuppel en pedalen. Druk nogmaals op Tab. Nu ben je in view modus. Door de muis te bewegen, verandert de kijkrichting. Met het scrollwieltje zoom je in en uit. Door te klikken kijk je weer recht naar voren. Druk tenslotte nogmaals op Tab voor de standaard modus.

Om de kijkrichting te veranderen in een andere modus dan de view modus houd je de rechter muisknop ingedrukt en beweeg je vervolgens de muis. Met de sneltoets x zoom je in, terwijl je met X uitzoomt.

Standaard zit je op de positie van de hoofdpiloot. Gebruik herhaaldelijk de sneltoets v om verschillende posities in te nemen. Er zijn ook standpunten buiten het vliegtuig. Die zijn handig om in stuurmodus het effect van muisbewegingen op rolroeren of neuswiel te zien. Om meteen terug te keren als hoofdpiloot in de cockpit gebruik je Ctrl+v.

Take off

Hoewel de juiste methode een handmatige start is inclusief preflight check, maken we het ons nu makkelijk. Ga naar het menu Cessna C172P en kies Autostart. Het toestel begint meteen te bewegen. Vergrendel daarom de parkeerrem met de sneltoets B.

Druk de gashendel nu volledig in door de toets PageUp ingedrukt te houden. Zet de simulator in stuurmodus met de Tab-toets. Ontgrendel tenslotte de parkeerrem middels sneltoets B. Het vliegtuig begint nu meteen snelheid te maken.

Door de draaiende propeller, en eventueel wind, heeft het toestel de neiging uit koers te raken. Om het toestel recht op de startbaan te houden, houd je de linker muisknop ingedrukt. Beweeg vervolgens het neuswiel en richtingsroer door de muis naar links of rechts te bewegen. Gebruik lichte bewegingen om de koers te corrigeren. Beweeg bovendien tijdig terug, anders ga je oversturen.

Bij een snelheid van ongeveer 50 knopen komt de neus los van de grond. Laat nu de muisknop los en trek de stuurknuppel lichtjes naar je toe door de muis naar je toe te bewegen. Het vliegtuig komt nu helemaal los van de grond.

Als gevolg van de draaiende propeller wil het vliegtuig naar links draaien. Om het toestel horizontaal in rechtlijnige vlucht te houden beweeg je de muis langzaam naar links of rechts. Hierdoor bedien je de rolroeren van de vleugels. Net als op de startbaan zijn maar kleine bewegingen nodig en moet je tijdig terug bewegen om oversturing te voorkomen.

Vlucht

Door de muis lichtjes naar voren en achteren te bewegen pas je de stand aan van de hoogteroeren van de achtervleugels. Daardoor daalt en stijgt het vliegtuig. Neem tegelijkertijd in kleine stapjes gas terug, totdat het toestel op constante hoogte blijft. Mik op een snelheid van zo’n 80 knopen op bijvoorbeeld 5000 voet. Blijf continu de rol- en hoogteroeren bedienen om het vliegtuig stabiel te houden of langzaam te wenden. Houd ook geregeld de kaart en instrumenten als de hoogtemeter in de gaten.

Tip
Het helpt om al vliegend middels de toets v een positie buiten het vliegtuig te kiezen. Bestuur met de muis voorzichtig het vliegtuig en kijk op een afstandje naar de reactie van het toestel. Gebruik eventueel de toetsen x en X om in of uit te zoomen.

Landing

Hoewel de procedure voor het landen feitelijk het omgekeerde van opstijgen is, is dit veel lastiger. De juiste balans tussen aanvliegsnelheid, motortoerental, hoogteverlies en de positie van de hoogteroeren komt heel nauw. Bovendien moet je kort voor landing middels de sneltoets ] de flaps van de vleugels gebruiken om flink snelheid te minderen. Als tenslotte het neuswiel grondcontact maakt, gebruik je de toets b om tevens op de wielen te remmen.

Tot slot

In het begin crash je geregeld. Je merkt dat de bediening nauwkeurig en beheerst moet gebeuren. Alleen door veel te vliegen krijg je het gevoel te pakken. Ofwel, oefening baart stuurkunst.

Links

FlightGear – flightgear.org