Hoe langer je in de IT werkzaam bent, hoe meer migraties je waarschijnlijk al achter de rug hebt. Ook als eenvoudige eindgebruiker van IT-hulpmiddelen heb je vast wel eens hinder ondervonden van een migratie. Komt er nou nooit een eind aan deze perpetuum-upgrades en -migraties?

Gebruik je al een tijdje computers en software? Dan is de kans groot dat je al flink wat migraties achter de rug hebt. Migraties van een oude computer naar een nieuwe, migraties van de ene Windows naar de andere Windows, migraties van de ene applicatie naar de andere. Ziekenhuizen zijn op dit moment nog steeds druk in de weer te migreren van papier naar digitaal. Overheden zijn hun best aan het doen om weg te migreren van Windows XP dat sinds 8 april 2014 niet meer ondersteund wordt. Maar tegenwoordig zien we nieuwe vormen van soms ingewikkelde migraties: een migratie naar een extern datacenter, migraties van backoffice en gebruikersapplicaties naar de cloud. En ja, zelfs migraties van een extern datacenter terug naar een eigen datacenter.

 

Definitie onbekend
Wanneer spreken we precies van migreren? Een goede definitie bestaat eigenlijk niet. Bij migreren stappen we over van het ene IT-product naar een ander IT-product. Maar bij een migratie is meer aan de hand dan alleen een overstap. Een upgrade van Adobe Reader 9 naar 10 zal bijvoorbeeld bij niemand de associatie met migreren oproepen. Maar een overstap van Microsoft Office 2003 naar LibreOffice wel. Het verschil zit hem in één woord: compatibiliteit. Als de compatibiliteit tussen versies slechter is, is een migratie noodzakelijk. Een migratie vergt een gedegen voorbereiding en we kunnen wel stellen dat de inspanning groter wordt naarmate het bedrijf groter is. Grote organisaties voeren een migratie vaak gefaseerd uit, per discipline, per afdeling, per bedrijfspand of per locatie. Hoewel het ook bij kleine bedrijven zinvol is, zullen vooral grote organisaties de OTAP-methodiek gebruiken bij migraties. Hiermee wordt een gestructureerde aanpak bedoeld van voorbereidingen, testen, laten accepteren door de eindgebruikers en vervolgens in productie nemen.

 

Waarom eigenlijk?
Waarom moeten we überhaupt migreren? In de IT geldt toch vaak ‘Don’t fix what isn’t broken’? Als Windows XP het prima doet en soepel werkt, waarom dan perse migreren naar Windows 8? Er kunnen diverse redenen zijn om te migreren. In het geval van Windows XP is die reden het aflopen van de ondersteuningsperiode door de fabrikant. Dit is ook de meest gehoorde reden waarom organisaties migreren: omdat het ‘moet’ van de fabrikant. Maar veroudering van IT betekent ook dat het beheer en de ondersteuning door de eigen IT-afdeling meer tijd en geld gaat kosten. Op enig moment komt er een omslagpunt dat het goedkoper wordt om te migreren dan de oude omgeving in stand te houden. Kennis over de oude omgevingen verdwijnt. Een andere belangrijke reden om te migreren is dat een gebruikersgroep vraagt om de specifieke functionaliteit van een nieuwe versie.

 

Behoudend
Organisaties zijn in de regel zeer behoudend. Ze staan niet te springen om alweer te migreren naar een nieuw softwareproduct, omdat er voor de toegevoegde waarde van de nieuwe versies veelal geen business case is. Omdat een omvangrijk migratietraject wel twee jaar kan duren, is er tegen de tijd dat de migratie is afgerond alweer een nieuwe versie beschikbaar. Men besluit dan maar een versie of twee versies over te slaan. Gedurende de migratie moet de IT-afdeling twee omgevingen parallel in stand houden en ondersteunen, wat een zeer kostbare aangelegenheid kan zijn. Dat overslaan van versies maakt het juist nog complexer. De stap van ene versie naar een opvolgende versie is kleiner en minder ingewikkeld dan de stap van drie versies terug naar de meest actuele versie. De vraag is dan ook wie is er vandaag beter af is: een organisatie die netjes om de paar jaren migreert of een organisatie die behoudend is en (te) lang wacht.

 

Big-bang
In plaats van een geleidelijke migratie zou je ervoor kunnen kiezen om met een big-bang te migreren. Zoek een partner met expertise, bereid de migratie voor en plan een weekend met extra handjes om het hele bedrijf te migreren. Zorg de weken erna voor een goed bezette helpdesk en wellicht nog steeds wat extra handjes. De pijn voor de organisatie wordt hierdoor beperkt tot enkele weken. Big-bang migraties zien we niet zo heel veel, want organisaties durven dat niet aan. De geleidelijke weg is veilig en comfortabel. We zien overigens wel big-bang migraties als het niet anders kan, bijvoorbeeld bij een verhuizing naar een nieuw pand, een nieuw datacenter of bij migraties waar de eindgebruiker geen hinder van heeft.

 

De eindgebruiker
Maar wacht eens even: als de eindgebruiker er geen hinder van heeft, gaan migraties dan sneller? Is de eindgebruiker dan de beperkende factor bij migraties? Vaak is dat inderdaad het geval. Want organisaties mogen dan wel behoudend zijn, diverse eindgebruikers zijn dat nog veel meer. Deze medewerkers zijn zakelijk vastgeroest in werkwijzen en het werken met hun applicaties. Een paar knopjes op een andere plek op het scherm en de paniek kan al uitbreken, kijk maar eens naar alle ophef over het verdwenen startmenu in Windows 8.

 

Linux op de desktop
En dat is nu net wat het voor Linux op de desktop in eerste instantie lastig maakt. Niet alleen ziet de bediening er anders uit, ook alle applicaties zijn anders, bestandsformaten zijn afwijkend, printen is toch vaak wat lastiger e.d. Maar als je die stap eenmaal gemaakt hebt en je draait op Linux, dan zijn verdere migraties veel simpeler. Je kunt als beheerder een andere distro kiezen en deze zo configureren dat het voor de gebruiker niet eens opvalt. En aan applicaties en data hoeft dan niets te veranderen. Bovendien worden applicaties automatisch met een package manager bijgewerkt. Het grote voordeel van Linux is dat applicaties en data veel minder verweven zijn in het besturingssysteem. In tegenstelling tot Windows is er geen DLL-hell, geen registry en is er geen onoverzichtelijk bestandssysteem waar alle bestanden opgeslagen liggen.

 

Schril contrast
Het zakelijk vastgeroest zijn, staat in contrast met het dagelijkse leven. We stappen over van energieleverancier, zorgverzekeraar of provider wanneer ons dat zinvol lijkt. Maar datzelfde doen we ook met IT-hulpmiddelen: we stappen gemakkelijk over van een Android-toestel naar een iPhone of andersom als het abonnement verlopen is. We browsen op een tablet met Chrome in plaats van met Internet Explorer op Windows en we stoppen opeens allemaal met WhatsApp om massaal over te stappen naar Telegram. En vergeet niet dat ook alle Apps zeer regelmatig automatisch worden bijgewerkt. We zijn hieraan gewend, mopperen soms een keer als iets teveel afwijkt en gaan daarna vrolijk door. Deze snelheid, dynamiek en flexibiliteit is wat we vragen en dit past ook bij de lifestyle in 2014. Het is niet voor niets dat BYOD zo populair is, het biedt gecontroleerde vrijheid het om te werken waar je wilt. 

 

In componenten hakken
Linux heeft -nu meer dan ooit- de potentie door te breken op de desktop. Ik weet dat Linux aanhangers dit al meer dan tien jaren roepen: “Dit is jaar van Linux op de desktop”. Linux sluit echter aan bij de BYOD-infrastructuur die organisaties aan het inrichten zijn. Als medewerkers met hun eigen laptop, tablet en smartphone op het bedrijfsnetwerk mogen en kunnen werken, dan maakt het besturingssysteem niets meer uit. Immers, de tablet en smartphone draaien toch al geen Windows meer. Via Remote Desktop Services-oplossingen, VDI-oplossingen, cloud-oplossingen en (zakelijke) appstores worden applicaties nu eens echt onafhankelijk van het device en het OS. Linux past daarom erg goed bij de BYOD-lifestyle.

 

 Medewerkers kiezen hun apps en cloudoplossingen vaak zelfstandig, zonder dat de IT-afdeling hierbij betrokken is. Je kiest de tools die bij je werk en leven passen. Dat kan ook, omdat apps losstaande componenten zijn die je heel gemakkelijk aan- en weer uitzet. De focus voor IT zou moeten liggen op bedrijfskritische applicaties. Bedrijfskritisch is in een kleine winkel misschien het kassasysteem of bij een grote organisatie het ERP- en CRM-systeem. Snel versies volgen, data converteren indien nodig en gebruikers instrueren als er in de GUI zaken veranderen, hebben topprioriteit. Het device, het besturingssysteem daarop en de vele andere tools zijn niet bedrijfskritisch.

 

Op deze manier creëer je een mix van vrijheid in devices en tools -het liefst van diverse aanbieders en open source- aangevuld met door IT ondersteunde bedrijfskritische componenten. IT zal moeten faciliteren in deze keuzevrijheid, want uiteindelijk moet security niet in het geding komen  Ook zal de IT-staf de ondersteunde omgeving niet meer met OTAP volgens een strak proces moeten inrichten, maar meer als een Agile softwareontwikkelingsproject moeten sturen. Want ook voor dat deel van de infrastructuur wil je snelheid!

 

Toekomst
We zullen altijd migratieproblematiek houden voor onze bedrijfskritische applicaties en componenten, zelfs wanneer het als agile proces wordt ingericht. Maar de trends naar dynamiek, snelheid, openheid en keuzevrijheid zijn in volle gang. Als toekomstige beheerder ben je niet meer bezig met standaardisatie en consolidatie met als gevolg voortdurende migratietrajecten, maar met integratie, uitwisseling en samenwerking in de cloud, op devices en binnen de App-wereld. Het werk wordt hierdoor niet eenvoudiger, maar wel veel leuker vanwege het hoge aandeel van Android, iOS, Linux en open source.