Zelfs voordat je begint met Linux, kom je de discussies al tegen. Mijn Linux distributie is beter dan jouw Linux distributie. Linux  lijkt soms op voetbal, of erger, op een religie. En net zoals bij voetbal zijn er ook in open source land fans die hun hobby veel te serieus nemen.

In essentie is elke Linux distributie gebaseerd op een Linux kernel, die door Linux Torvalds en een community van kernel developers in elkaar gezet wordt. Sommige distributies gaan daar mee aan het werk om hem beter te maken, sommige distributies niet. Zij die de kernel beter maken, geven zonder uitzondering hun werk terug aan de open source community, zodat bij de volgende update ook concurrerende distributies van de vernieuwing kunnen profiteren. Dus als je het hebt over verschillen tussen Linux distributies op technisch gebied, die vereffenen elkaar uiteindelijk altijd weer.

 

Dan zijn er ook distributies die iets meer vernieuwend zijn dan andere distributies. Zo is Red Hat een belangrijke bijdrager aan de nieuwe ontwikkelingen op open source gebied. Veel van de meest geniale ontwikkelaars op open source gebied, zoals Dan Walsh (SELinux) en Lennart Poettering (systemd), werken voor Red Hat. Toch is Red Hat in de ogen van velen ‘slecht’, omdat geld verdiend wordt met Red Hat Enterprise Linux. En dat hoort niet in de open source kerk waar sommigen elke zondag naartoe gaan.

 

Zoals bij een godsdienst loopt ook in open source land de zaak soms volledig uit de hand en trekken partijen ten strijde. Dat gaat in open source land dan niet gepaard met ridders die met open vizier elkaar kapot steken, maar met geniepige uitingen op nieuwsgroepen en fora. Ook is sprake van modder gooien op mailinglists en in het geval van Poettering werden zelfs doodsbedreigingen geuit. En dat alleen maar omdat ‘zijn’ project (systemd) beter is dan ‘mijn’ project (upstart of wat dan ook).

 

Soms zijn mensen lyrisch van een distributie, omdat deze op een gegeven moment besluit om gratis installatieschijven weg te geven en hierdoor menselijk in elkaar zit. Dat deze menselijkheid wellicht ook een eng kantje heeft, omdat er een “benevolent dictator for life” rondloopt, is daarbij niet altijd even relevant. Maar daar is dan gelukkig ook wel weer een oplossing voor in de vorm van Linux Mint, dat aan deze Linux distributie ontleend is en – naar eigen zeggen – alle nare kantjes eruit haalt. Waarbij natuurlijk het risico bestaat dat de brondistributie niet langer als een inspirerend voorbeeld gezien wordt, maar als de nieuwe grote vijand.

 

Om de een of andere reden schijnen mensen zich beter te voelen als de wereld opgedeeld kan worden in een wij en zij. Een goed dat tegen het kwaad ten strijde kan gaan. Maar dat is nu net niet hoe het werkt in Linux.

 

In essentie is Linux namelijk niet heel veel meer dan een samengeraapt zooitje software dat voortdurend in beweging is. Wat vandaag uitblinkt in de ene distributie is morgen ook in alle andere distributies aanwezig, omdat dat eigen is aan open source. Linux wordt in elkaar gezet door hele eigenwijze mensen die allen overtuigd zijn dat ze het beter doen dan anderen – wat anders zou de ontwikkelaar nog motiveren om een programma in elkaar te zetten? Met Linus Torvals die te vaak de trend zet door een ieder die het anders doet volledig uit te schelden. En dat is jammer.

 

Waar programmeurs gemotiveerd worden door de gebreken in andere programma’s, hebben eindgebruikers te maken met de resultaten van het werk van programmeurs en zitten de onderscheidende elementen van de één morgen ook in de ander. Dus mensen, zeik niet zo over de betere distributie, uiteindelijk is het allemaal één pot nat.