Canonical heeft Ubuntu OpenStack aangekondigd, een aparte tak van Ubuntu die zich volgens de softwareontwikkelaar specifiek richt op het opzetten van een werkende OpenStack-omgeving. Met de meegeleverde tools moet het inrichten van dergelijke privéclouds gemakkelijker worden.

Ubuntu OpenStack is gebaseerd op Juno, de release die eerder deze maand officieel werd uitgebracht. De bètaversie van de nieuwe Ubuntu-variant belooft de installatie van OpenStack zo eenvoudig mogelijk te maken door deze via een gui binnen de browser in te richten. Met de testversie kan een systeembeheerder tot op tien fysieke servers en tien virtuele servers een complete OpenStack-cloudomgeving inrichten.

De Ubuntu OpenStack-distributie maakt gebruik van een aantal door Canonical zelf ontwikkelde tools. Zo wordt de Maas-utility, wat staat voor Metal-as-a-service, gebruikt om de hardware te detecteren en in te richten, terwijl via de Landscape-tool vanuit de browser verschillende servers zijn te beheren. Volgens Canonical ondersteunt Ubuntu OpenStack tal van betrouwbare netwerk-, opslag- en compute-hardware, die al is getest in zijn OpenStack Interoperability Lab. Dit testprogramma moet systeembeheerders helpen om de juiste hardware te selecteren.

Canonical, dat al een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van OpenStack, denkt met zijn geoptimaliseerde OpenStack-distributie meer terrein op de zakelijke markt te kunnen winnen, vooral bij bedrijven die privéclouds willen opzetten. In de toekomst wil Canonical met de release van Ubuntu OpenStack 1.0 geld gaan vragen voor zaken als support voor en updates van zijn beheertools.