Linux is nooit sterk geweest als platform om video’s te bewerken. Soms lijkt het erop alsof daar ook nooit echt behoefte aan is geweest. Mensen met ambitie op het gebied van videobewerking gebruikten Apple, en voor alle anderen boden pakketten als Pinnacle Studio alles wat nodig is op een Windows-platform.

 

De tijden zijn echter veranderd. Videobewerking gaat niet meer om de vakantiekiekjes van jonge vaders die beelden voor het nageslacht veilig willen stellen. Iedereen maakt tegenwoordig videofilmpjes met zijn mobiele telefoon. Daardoor is de behoefte om die filmpjes enigszins te fatsoeneren voordat je ze uploadt naar YouTube of welk platform dan ook, groter dan ooit. Dus is het ook redelijker dan ooit te verwachten dat je die filmpjes kunt bewerken onder Linux. Dat kan, met de OpenShot Video Editor. In deze workshop maak je kennis met de basisvaardigheden.

1. Vanuit het projectvenster verplaats je videobestanden naar de sporen in de tijdlijn

INSTALLATIE EN BASISCONFIGURATIE
OpenShot is relatief nieuw en daardoor is de ondersteuning nog relatief klein. Dit betekent dat je het pakket niet zult vinden in de repository’s van elke Linux-distributie. OpenShot is beschikbaar voor Ubuntu en Fedora en dat is het. Als je heel graag wilt, zul je het pakket ook wel op andere distributies aan het werk kunnen krijgen, maar dat is niet wat we in dit artikel gaan proberen te doen. Installatie van OpenShot in Ubuntu is eenvoudig. De toepassing is beschikbaar in het Ubuntu Softwarecentrum. Geen gehannes met package managers dus, maar gewoon de naam invoeren, op Installeren klikken en even wachten. Als dat is gebeurd, wordt een OpenShot-pictogram aan de dock toegevoegd en start je het programma eenvoudig van daaruit.

VIDEO’S BEWERKEN
Na het opstarten van OpenShot zie je in een oogopslag alle elementen waarmee het werk moet worden gedaan. Je werkt in principe met projecten en om een project aan te maken sleep je een videobestand naar het projectvenster. Hier verzamel je alle video- en audiobestanden waarmee je wilt werken. Staan ze eenmaal in het projectvenster, dan verplaats je de bestanden naar de twee sporen op de tijdlijn onder in beeld. Qua ondersteuning zijn er aardig wat soorten videobestanden die je kunt gebruiken. Algemeen gesproken: als je het onder Linux af kunt spelen, mag je ervan uitgaan dat je het ook in OpenShot kunt gebruiken. Voor het project dat we als testproject voor dit artikel hebben gebruikt, werkten we met OGV-bestanden. Denk er overigens aan dat niet alleen videobestanden kunnen worden gebruikt in een project. Je kunt ook werken met andere bestandssoorten zoals audiobestanden en afbeeldingen.
Door je keuze van mediabestanden in een project zorg je ervoor een werkelijk creatief eindresultaat in elkaar te zetten. Stel bijvoorbeeld dat je een filmpje wilt produceren van een vakantietrip die vanuit een helikopter is gefilmd. Dan zou je normaliter niets anders horen dan de herrie van de rotor van de helikopter. Dat los je op door een muziekbestand te importeren en dat als overlay te gebruiken op het tweede spoor. Op soortgelijke manier kun je de film leuker maken door hier en daar een foto in te voegen of wat al niet meer. De enige begrenzing is je eigen creativiteit!


2. Veel bewerkingen zijn contextgevoelig en beschikbaar onder de rechtermuisknop

ELEMENTAIRE BEWERKINGEN
Om een video te produceren waar je anderen ook een plezier mee doet, is het zaak eerst eens kritisch naar het bronmateriaal te kijken. Of je dit nu zelf hebt geschoten of dit door iemand anders hebt laten doen, vaak valt daar nogal wat aan te verbeteren. De eerste verbetering bestaat er dan uit alle overbodige onderdelen weg te halen. Dit lijkt eenvoudiger dan het is, doordat OpenShot soms een beetje nukkig is. In ons testproject werkten we met een groot videobestand. Om daar stukken uit te verwijderen moet je eerst het videobestand opknippen. Overal waar een deel begint dat je iets minder geslaagd vindt, gebruik je de schaar om in de film te knippen. Als je dan de minder geslaagde onderdelen hebt geïsoleerd, kun je er met de rechter muisknop op klikken om het fragment in kwestie te verwijderen; de meeste opties zijn contextgevoelig en kun je benaderen door middel van de rechtermuisknop.
Je zult overigens ook merken dat de schaal op de tijdbalk na het importeren nogal groot is. Dat betekent dat het volledige beeld van links naar rechts niet meer dan een minuut omvat. Dat is handig als je in detail wilt werken (wat vaak het geval is). Maar als je overzicht wilt, is het niet altijd heel wenselijk. Dit los je op met behulp van de zoom-knop; dit is de schuifknop die je rechts onder het voorbeeldvenster ziet. Als je deze knop naar rechts beweegt, zie je minder detail in de tijdbalk; beweeg je de knop naar links, dan zie je juist meer detail. Kies voordat je welke bewerking dan ook doet de mate van detail waarmee je wilt werken.
Als je onderdelen uit een film hebt verwijderd, zie je dat er een gat ontstaat. OpenShot zal er niet voor zorgen dat filmfragmenten aaneensluitend zijn; het zou immers de wens van de maker kunnen zijn dat juist niet te doen. Het is echter niet moeilijk nietaaneensluitende fragmenten op elkaar aan te laten sluiten. Klik het selectiegereedschap aan (het pijltje) en pak het volgende fragment beet, zodat je het naar het voorgaande fragment toe kunt slepen. Let wel even op als daarna nog meer fragmenten komen. Je loopt namelijk het risico dat het gat zich gewoon verplaatst tot na het geselecteerde fragment. Om dergelijke problemen te voorkomen is het handig je werkwijze erop aan te passen: als je een fragment hebt verwijderd, maak je direct het volgende fragment aansluitend en dan pas ga je verder met het verwijderen van volgende fragmenten.


3 Als je onderdelen hebt verwijderd, moet je de fragmenten eerst aan laten sluiten voordat je weer verder gaat

OVERGANGEN
Eén van de meest voorkomende fouten van beginnende videomakers is de scheutige manier waarop wordt omgegaan met overgangen en effecten. Het is eenvoudig overgangen en effecten toe te voegen aan een film en daarom worden ze vaak overmatig toegepast. In veel gevallen zo vaak dat het storend wordt voor de kijker. Als je je echter houdt aan een paar basisprincipes, moet het helemaal goed komen. Als eerste: gebruik alleen een overgang als er ook echt een overgang is in je film. Dat wil zeggen, als de film wisselt van het ene naar het andere onderwerp, en niet na elk fragment. Als tweede: hou het kort. Overgangen en effecten verliezen hun kracht als ze langer duren dan een paar seconden. Tot slot als derde: wees spaarzaam met effecten. Goed toegepaste effecten zijn ondersteunend voor het beeld; te nadrukkelijke effecten leiden alleen maar af van wat je wilt laten zien. Daarbij maak je onderscheid tussen twee soorten effecten: er zijn effecten die je gebruikt om een artistiek effect toe te voegen aan de film, en er zijn effecten die je gebruikt om de beeldkwaliteit beter te maken. Effecten uit de laatste categorie kunnen nuttig zijn; de artistieke effecten leiden vaak alleen maar af. Ook om te werken met effecten en overgangen vormen de filmfragmenten de basisbestanddelen. Je gebruikt dus eerst de schaar om de film in stukjes te knippen en nadat je dat hebt gedaan, pas je op de verschillende stukjes de overgangen en effecten toe. Om een overgang toe te passen zorg je er om te beginnen voor dat twee filmfragmenten elkaar overlappen. In een overgang laat je immers twee fragmenten tegelijk zien en dat kan alleen als ze in de tijdlijn ook daadwerkelijk overlappen. Sleep dan vanaf het tabblad Overgangen de overgang naar de positie in de film waar je deze wilt hebben. Je ziet vervolgens de overgang als een blokje boven de tijdlijn komen te hangen.


4 Na het toepassen van een effect op een fragment moet je het nog verder instellen

EFFECTEN
Het toepassen van effecten werkt op min of meer dezelfde wijze. Je sleept vanuit het tabblad Effecten het effect dat je wilt gebruiken naar een filmfragment toe. Daarmee ben je er echter nog niet. De meeste effecten moeten nader worden ingesteld. Dit doe je door met de rechtermuisknop op het betreffende fragment te klikken en uit het snelmenu de optie Eigenschappen te kiezen. Dan klik je op de tab Effecten, waarbij je de eigenschappen van het effect te zien krijgt. Elk effect heeft zo zijn eigen instellingen. In het effect ‘witbalans’ is dat een prisma waarin je de kleurinstellingen regelt, en een schuifbalk waarmee je de groentint in een fragment doet laten toenemen of afnemen. Experimenteer met de effectinstellingen en pas ze dan toe op het fragment. Geef vervolgens je computer even de tijd om het effect te renderen (hiervoor heb je al snel het dubbele nodig van de tijd dat het fragment zelf duurt) en bekijk dan of het resultaat je bevalt. Is dat het geval? Dan kun je doorgaan met het volgende effect, of er indien gewenst voor kiezen het effect toe te passen voor alle fragmenten in je film. Naast de effecten die je vanuit het tabblad toevoegt aan de filmfragmenten, vind je onder Fragmenteigenschappen nog meer instellingen die de moeite waard zijn om de film verder te bewerken. Zo is er bijvoorbeeld de afspeelsnelheid, waarmee je geselecteerde fragmenten sneller of langzamer laat afspelen. Ook hier geldt dat je het niet moet overdrijven, maar indien met beleid toegepast kun je er het dramatische effect van je film aardig mee vergroten!


5 Exporteren van de video

EEN PROJECT AFRONDEN
Als je dan zover bent dat het er allemaal fraai uitziet, kun je het project afronden. Dit afronden bestaat uit een aantal onderdelen. Om te beginnen is het handig het project zelf op te slaan. Hiermee regel je dat alle bewerkingen die je tot nu toe hebt aangebracht, eenvoudig opnieuw kunnen worden opgevraagd, zodat je verder kunt met bewerken op het punt waar je was gebleven. Voordat je je film gaat exporteren, is het een goed idee altijd het project op te slaan! Als uitbreiding op deze optie kun je ervoor kiezen de XML te exporteren. Alle bewerkingen op een film worden opgeslagen in XML-formaat, en dit kun je apart bewaren. Leuk, maar weinig praktisch. Waar het uiteindelijk om gaat, is dat je het project wilt exporteren. Waarschijnlijk heb je al deze moeite gedaan om de film aan anderen te laten zien, dus moet je ervoor zorgen dat die anderen de film inderdaad ergens kunnen terugvinden. Je krijgt toegang tot alle exportopties door middel van de menuoptie Bestand, Video exporteren. Je ziet vervolgens het venster Video exporteren, waarin je aangeeft waarnaar de film moet worden weggeschreven. In de drop-down list kies je als eerste of je de video wilt exporteren naar een map of naar internet. Als je hebt aangegeven weg te willen schrijven naar een map, geef je daarna aan in welke map je het eindresultaat dan weg wilt schrijven. Dan geef je op het tabblad Eenvoudig aan welk profiel je wilt gebruiken. Je kunt hier kiezen voor specifieke apparaten (zoals Xbox of Apple TV) en specifieke uitvoermedia zoals Blu-ray en dvd, maar je kunt ook gebruikmaken van de optie Alle formaten om een bepaald type bestand te gebruiken. Erg belangrijk is dat je vervolgens aangeeft wat de kwaliteit moet worden van het uitvoerbestand. Alle gangbare kwaliteiten zijn hier beschikbaar, van een lage 384 x 288 PAL-resolutie tot geavanceerde Full HD-formaten. Let met name op twee dingen: (1) exporteren naar een kwaliteit die hoger is dan de kwaliteit van het bronbestand is zinloos, (2) voor optimale compatibiliteit met weergaveapparatuur in Europa moet je PAL kiezen en niet NTSC. Het kan overigens ook voorkomen dat je een melding krijgt dat voor een bepaald uitvoertype de ondersteunende codecs niet beschikbaar zijn. Volg dan de instructies die je vindt onder de link op deze melding om de codec alsnog te installeren. Veel van de codecproblemen kun je oplossen door 6 Voor bepaalde uitvoerformaten zul je eerst de benodigde codecs moeten installeren de Niet vrije multimedia-extra’s voor Ubuntu te installeren. Dit doe je gewoon vanuit het Ubuntu Softwarecentrum. Als de niet-vrije multimediaextra’s voor Ubuntu zijn geïnstalleerd, kies je vanuit het menu Bestand de optie Uploaden naar internet. Er wordt nu een YouTube-plug-invenster getoond van waaruit je de video eenvoudig op YouTube krijgt. Voer hier de gegevens in die je video vindbaar maken op YouTube en klik dan op Video uploaden om te starten met uploaden. Ook hier weer geldt dat je er rekening mee moet houden dat het geruime tijd kan duren voordat dit proces is voltooid.


6 voor bepaalde uitvoerformaten zul je eerst de benodigde codecs moeten installeren

AFSLUITEND
Hoewel het nog een relatief nieuw programma is, is OpenShot het eerste videobewerkingsprogramma voor Linux waarmee je echt heel eenvoudig films bewerkt en deelt met anderen. In deze workshop heb je geleerd hoe je met dit programma te werk gaat om eenvoudig films in te lezen, te optimaliseren en te delen met 7 Eenvoudig je film uploaden naar YouTube anderen. Er ontbreekt misschien nog wel het één en ander (denk aan een mooie interface om dvdmenu’s aan te maken), maar het project is nog jong en de kans is groot dat dergelijke extra’s later nog wel komen.

SYSTEEMEISEN
Ook al zijn de vereisten aan de computer die je gebruikt voor videobewerking, niet meer wat ze ooit waren, je hebt er nog steeds de nodige rekenkracht voor nodig. Dit komt vooral doordat er wordt gewerkt met verschillende soorten bestandsformaten, wat betekent dat beelden die zijn aangemaakt met een bepaalde codec, moeten worden weggeschreven voor gebruik met een geheel andere codec. En daar is rekenkracht voor nodig. Houd daarom een dual-core computer aan met een 7200 toeren harde schijf en 4 GB werkgeheugen als je wilt dat alles een beetje lekker loopt. Minder mag, maar dan zul je aanmerkelijk langer moeten wachten bij het verwerken van de beelden.