Heb je al eens meegemaakt dat één bepaald programma of zelfs de volledige grafische desktop van je pc vasthangt? Dan hoef je niet meteen de aan/uit-knop in te drukken! Via een omweg langs de commandline én met volgende tips los je de problemen meestal snel op.

1. Virtuele terminals
Je vraagt je misschien af hoe je nog een terminalvenster opent als je volledige desktop vasthangt? Simpel: via één van de zes virtuele terminals! Dat zijn fullscreen terminals die onafhankelijk werken van de grafische desktop. Je bereikt ze via de sneltoetsen Alt-Ctrl-F1 tot en met Alt-Ctrl-F6. De desktopomgeving vind je terug onder Alt-Ctrl-F7. In elk van die virtuele terminals moet je wel nog even inloggen met jouw gebruiker. Tip: draait jouw Linux als een virtuele machine binnen VirtualBox? Gebruik dan de rechter Control-toets in plaats van Alt-Ctrl.

2. Proces zoeken
Vaak zorgt één bepaald programma ervoor dat je pc erg traag reageert. Je eerste taak is dus uitvissen wie de schuldige is. De eenvoudigste methode is via het top-commando:
$ top

Top toont een overzicht van alle actieve processen, gesorteerd op de cpu-belasting. Bovenaan de lijst zie je dus meteen welke programma’s voor de zwaarste systeembelasting zorgen. Noteer nu voor elk problematisch programma het getal uit de eerste kolom. Dat is het PID of process id. Om rechtstreeks vanuit top een proces te stoppen, druk je op de k-toets. Top vraagt dan het gewenste PID (standaard is dat het eerste proces in de lijst) en signaal (standaard 15, zie tip 3).

3. Proces afsluiten
Het PID heb je ook nodig om programma’s af te sluiten met het kill-commando. Kill verwacht twee argumenten: het signaal en het PID. Het signaal is een getal van 1 tot en met 64 dat aanduidt welke actie je van het programma verwacht. De meeste programma’s ondersteunen slechts een kleine subset van die signalen. 15 (TERM) is het signaal om een programma netjes af te sluiten en 9 (KILL) om het proces onverbiddelijk af te sluiten:
$ kill -15 <PID>
$ kill -9 <PID>

Je probeert ze ook best in die volgorde, want met kill -9 verlies je alle niet-bewaarde gegevens!

4. Window manager
Een speciaal proces is de window manager. Die voorziet alle applicaties van titelbalken en beheert de verschillende vensters. Loopt er iets mis met dat proces, dan kan je het niet zomaar afsluiten met kill -9. Zonder window manager is je desktop immers onbruikbaar: vensters komen bovenop elkaar te liggen en je kan niet meer wisselen tussen verschillende vensters. De window manager moet je dus netjes herstarten. Voor Cinnamon -de standaard window manager in Linux Mint- doe je dat als volgt:
$ cinnamon –replace –display=:0 &

Reageert Cinnamon nog op input? Gebruik dan de sneltoets Alt-Ctrl-Esc binnen je grafische omgeving.

5. Desktop herstarten
Het commando uit tip 4 heeft als voordeel dat alle actieve programma’s blijven draaien. Blijkt het probleem toch niet aan Cinnamon te liggen en wil je de volledige desktop herstarten? Dat doe je als volgt:
$ sudo service lightdm restart

Dat sluit je huidige sessie prompt af, waarna je opnieuw terechtkomt in het loginscherm van Linux Mint. Het voordeel: het is sneller dan een reboot én je bent zeker dat alle programma’s afgesloten zijn.

6. Volledige herstart
Helpt ook tip 5 niet om je desktop te reanimeren, dan ziet er niets anders op dan je hele systeem te rebooten:
$ sudo reboot

Blijft de reboot zelf hangen op een bepaald proces, probeer dan:
$ sudo reboot -f

Dat is een kill -9 van alle processen op het systeem. Je gebruikt het dus enkel als laatste redmiddel!