De tijd van de grote vernieuwingen op het gebied van Linux lijkt misschien al een tijdje over, maar het tegendeel is echter waar. Zeker op het gebied van server distributies is 2014 met een nieuwe release van SUSE Linux Enterprise Server 12 en Red Hat Enterprise Linux 7 een jaar met veel vernieuwingen. In dit artikel vind je een overzicht.

Wanneer we het hebben over Linux distributies in een zakelijke omgeving, zijn er drie distributies, die besproken dienen te worden: Red Hat Enterprise Linux (RHEL) versie 7, SUSE Linux Enterprise Server (SLES) 12 en Ubuntu Server 14.04 LTS. We spreken hiermee geen waardeoordeel uit, maar dit zijn dé drie distributies die op de zakelijke markt voornamelijk gebruikt worden.

Ubuntu Server 14.04 LTS
Waar we Ubuntu op de desktop kennen door de grote drang om vernieuwend te zijn, zijn vernieuwingen in de nieuwste LTS Server versie nagenoeg afwezig. Dat is opvallend, want er zijn in Linux in het algemeen een aantal trends die je niet zomaar zou moeten negeren. Ubuntu is echter een distributie met een “welwillende dictator voor het leven”, die de ultieme beslissing neemt over wat er wel en wat niet in de distributie verschijnt. Mark Shuttleworth – de dictator in kwestie – was voorafgaand aan de release van 12.04 niet echt in voor vernieuwingen.

Het gevolg is dat Ubuntu Server 12.04 nog steeds gebruik maakt van Ext4 als standaard bestandssysteem. Ook het starten van services wordt nog steeds via Upstart gedaan en niet middels Systemd, zoals het gebruikelijk is voor het overgrote deel van alle andere distributies. Het gevolg is dat Ubuntu 12.04 een prima distributie biedt, met vernieuwingen die niet veel verder gaan dan nieuwere versienummers voor alle software packages.

Red Hat Enterprise Linux 7
Beheerders van RHEL 7 riskeren met de overgang naar deze versie de kans op een waar trauma. Om te beginnen is Systemd volledig doorgevoerd, maar daarnaast zijn er ook tal van andere significante wijzigingen.

Systemd zorgt er niet alleen voor dat services op een andere wijze gestart worden, maar het heeft ook gevolgen voor de manier waarop veel services beheerd worden. Daarbij komt dat Systemd veel verder gaat dan alleen maar services. Dit heeft tot gevolg dat veel taken anders uitgevoerd worden, ook taken waarvan je het in eerste instantie niet zou verwachten.

Één van die veranderingen komt bijvoorbeeld naar voren bij het mounten van bestandssystemen. Als je de inhoud van /etc/fstab bekijkt op RHEL7, zie je dat deze grotendeels leeg is. Mounts worden namelijk bij voorkeur via Systemd beheerd. Denk daarnaast ook aan het inrichten van veel services. Even een VNC server inrichten met tigervnc? De hele directory /etc/sysconfig heeft eigenlijk geen rol meer, dus ook het configuratiebestand /etc/sysconfig/vncserver dat in RHEL 6 gewoon nog aanwezig was, is vervangen door een Systemd configuratiebestand.

Samenhangend met Systemd is ook logging verandert. Er is nog wel een rsyslog-proces dat bepaalt waar logberichten opgeslagen worden, maar dit proces wordt voor een groot deel gevoed door Journald, de logger die met Systemd wordt meegeleverd. Dit is overigens geenszins een slechte zaak, want de berichten die gelogd worden zijn namelijk veel uitgebreider en duidelijker te interpreteren. Het prettige gevolg is dat als je op een RHEL7 manier de status opvraagt over een service, je uitgebreide informatie krijgt over het huidige wel en wee van de service (zie afbeelding 1).

Meer informatie door de integratie van Systemd en Journald

Naast Systemd kent RHEL7 nog een aantal significante veranderingen. Zo is het standaard bestandssysteem veranderd van Ext4 naar XFS. Daar is een goede reden voor: ook de hoofdontwikkelaar van Ext4 geeft aan dat het bestandssysteem niet ontworpen is voor de behoeften die tegenwoordig gelden. Om die reden heeft Red Hat XFS als (voorlopig) standaard bestandssysteem gekozen. Dat is opmerkelijk, want XFS bestaat al sinds het midden van de jaren ’90. XFS heeft echter veel meer mogelijkheden voor tuning, waardoor het eenvoudiger omgaat met hele grote volumes, of volumes met heel veel bestanden. Voor de beheerder betekent het echter wel een nieuwe manier van werken, want de tools die gebruikt worden voor het beheer van XFS zijn significant anders dan de Ext4 tools.

Naast deze twee grote wijzigingen, zijn er tal van vernieuwingen die iets minder prominent aanwezig zijn. Denk bijvoorbeeld aan de chrony services, die de rol van het NTP proces ntpd overneemt. Een andere voorbeeld is firewalld, dat een nieuwe interface biedt om de Netfilter firewall in te richten.

Met alle vernieuwingen laat Red Hat ook de nodige zaken vallen. Soms zijn die veranderingen niet echt handig. Denk bijvoorbeeld aan de system-config tools, die al sinds jaar en dag in Red Hat aanwezig waren en niet langer echt actief ontwikkeld werden. Precies om die reden zijn ze in RHEL 7 niet langer aanwezig. Begrijpelijk, maar voor veel beheerders toch knap vervelend, omdat ze een eenvoudige interface boden die het mogelijk maakten snel een relatief ingewikkelde taak uit te voeren.

SUSE Linux Enterprise Server 12
Net als Red Hat zet ook SUSE in op grote veranderingen. Ook SUSE komt met Systemd, dus veel van wat je hierover al gelezen hebt onder het kopje “Red Hat” is eveneens van toepassing op SUSE.  Naast Systemd komt SUSE met nog een significante vernieuwing en gebruikt het Btrfs als standaard bestandssysteem op SLES 12. Aan de ene kant een begrijpelijke keuze, want SUSE ondersteunt het al een tijdje op SLES, maar aan de andere kant toch ook een gedurfde keuze, omdat concurrent Red Hat Btrfs nog niet stabiel genoeg acht om als standaard bestandssysteem te gebruiken.

SUSE is echter al jaren bezig met het ontwikkelen van tools rondom Btrfs en deze tools spelen een belangrijke rol in de nieuwe features van SLES12. Hierbij gaat het dan vooral om snapshotting. Omdat Btrfs een Copy-on-Write file system is, is het heel eenvoudig oude data veilig te stellen. Gegevens worden immers eerst gekopieerd voordat er overheen geschreven wordt en dat betekent dat de oude versie van de gegevens altijd beschikbaar blijft. In SLES 11 had SUSE hiervoor al de snapper tool ontwikkeld. Dit is een tool die het mogelijk maakt de status van een systeem van voor de wijzigingen terug te zetten. In SLES 12 zet SUSE daar de bootable snapshot tegenover. Ook als de wijzingen dusdanig zijn, dat je server niet meer normaal kan opstarten, kan vanuit het boot menu eenvoudig aangegeven worden, dat je terug wilt gaan naar de laatst werkende status van je systeem door van een snapshot te booten.

Bootable snapshots in SUSE

Een andere vernieuwing die genoemd moet worden, is het werken met modules. Dit betekent dat bepaalde installatiepatronen losgekoppeld worden van de standaard installatieschijf, maar alleen nog via een werkend SUSE-account geïnstalleerd kunnen worden. Dit is een ontwikkeling, die door velen met gefronste wenkbrauwen bekeken wordt. Het zet namelijk de deur open om klanten extra te laten betalen voor functionaliteit, die tot op dat moment nog gratis beschikbaar was. Op het moment van schrijven was echter nog niet duidelijk waar dit naartoe gaat, dus we geven SUSE op dit gebied nog even het voordeel van de twijfel.

Docker
Tot slot is er nog Docker: een vernieuwing die doorgevoerd wordt in elk van de drie besproken server distributies. Docker is een nieuwe techniek voor virtualisatie van applicaties, een ontwikkeling die voortborduurt op Linux containers in combinatie met Cgroups en beveiliging door SELinux. Docker moet het uitrollen van een applicatie in een cloudomgeving eenvoudiger maken. Docker maakt hiervoor gebruik van een standaard container, die je op elke server kunt uitrollen die het Docker platform biedt. Dit is een belangrijke vernieuwing, die er eindelijk voor kan gaan zorgen dat het niet meer uitmaakt of je nu een .DEB of een .RPM gebaseerd systeem hebt.

Conclusie
Van echte vernieuwing is op Ubuntu nauwelijks sprake. Het tegendeel geldt voor Red Hat en SUSE. Deze distributies slaan met Systemd een belangrijke nieuwe weg in, waardoor niet alleen de manier van opstarten anders wordt, maar ook heel veel services op een andere wijze geconfigureerd moeten worden. Daarnaast kiezen beiden ook voor een nieuw bestandssysteem met alle wijzigingen van dien. Ben je de gelukkige beheerder van één van deze distributies? Dan is een upgrade-cursus zeker een aanrader!